Zijn deze eigen kwaliteiten door de omgeving niet opgemerkt of gerespecteerd of kunnen ze niet tot ontwikkeling gebracht worden, dan ervaart het kind dit als een ontkenning van de eigenheid en eigenwaarde. Een opeenstapeling van onbegrip kan leiden tot verminderd zelfvertrouwen en vertrouwen in anderen. Om zich toch veilig te kunnen voelen, zal het kind zal zich steeds meer gaan aanpassen naar wat de omgeving en de maatschappij van hem verwacht, ten koste van zijn eigen identiteit.
Er is sprake van een identiteitsprobleem wanneer de persoon zijn eigen structuur niet meer kent en daar geen gebruik van kan maken. Er heeft zich aangeleerd gedrag ontwikkeld, dat niet aansluit bij de oorspronkelijke, persoonlijke kenmerken van de persoon. Dat gedrag kan als afweermechanisme en overlevingsstrategie door de persoon zelf ontwikkeld zijn of is opgelegd door de opvoedende omgeving.
Vaak voelt de persoon zich onprettig en niet veilig, heeft het gevoel alsmaar te moeten en niet te mogen en raakt steeds meer vervreemd van zichzelf.
Mensen hebben een drang in zich die ervoor zorgt dat de aangeboren kwaliteiten in meer of mindere mate tot ontwikkeling kunnen komen. Bij sommige mensen kan deze drang erg sterk aanwezig zijn, het zal dan naar wegen zoeken om die aangeboren kwaliteiten toch te kunnen ontwikkelen. Wanneer er in zijn omgeving geen ruimte is, ontstaat er een enorme tweestrijd: de drang om kwaliteiten tot ontwikkeling te brengen en de neiging zich aan te passen. Daardoor ontstaat vaak compensatiegedrag. Denk hierbij aan het ontwikkelen van angsten, fobieën, negatief zelfbeeld, zich óver-verantwoordelijk voelen, aanpassingsgedrag, afhankelijk gedrag, dwanggedachten of gedragingen, eetproblemen of woedeaanvallen.
Bij Praktijk Mirte kun je leren je oorspronkelijke IK te (her-)ontdekken en ontwikkelen. Neem gerust contact op voor verdere informatie.
Contact opnemen